Elke schoen ademt negen generaties vakmanschap
“Midden-Brabant was lange tijd het hart van de schoen- en lederindustrie met honderden schoenfabrieken en leerlooierijen. Maar kijk…” Pepijn van Bommel wijst naar de boekenplanken vol schriftjes in de bibliotheek van Schoenfabriek Van Bommel, die drie eeuwen schoenhistorie herbergt. “…allemaal faillissementsboekjes. Ooit gekregen van een verzamelaar, omdat wij als enige schoenfabriek overeind gebleven zijn”, vertelt de commercieel directeur die samen met zijn broers Reynier en Floris het familiebedrijf runt.
Al 300 jaar is Van Bommel in Moergestel gevestigd. Pepijn schetst hoe het familiebedrijf overeind bleef in een sector waar veel fabrieken verdwenen. “Veel schoenfabrikanten waren in de eerste plaats fabrikant en 95% van de tijd bezig met het aansturen en optimaliseren van de schoenfabriek. Onze familie heeft zich altijd op de verkoop gericht. Dat heeft ons altijd net iets anders gemaakt dan anderen.” Die commerciële inslag is een van de redenen dat Van Bommel generaties lang succesvol is. Toch was het niet altijd vanzelfsprekend dat de volgende generatie het stokje zou overnemen. “Mijn vader oefende nooit druk uit op ons om in het familiebedrijf te stappen. Hij had drie passies: de schoenfabriek, wielrennen en schaatsen. Twee ervan stimuleerde hij volop. Over de schoenfabriek sprak hij nooit met ons. Desondanks rolden we erin. We zijn alle drie overigens nooit gaan wielrennen of schaatsen.”
Vakmanschap en toewijding
De schoenfabriek ademt vakmanschap en toewijding. Op de werkvloer worden nergens concessies gedaan aan kwaliteit. Elke schoen wordt met zorg en precisie gemaakt. Na in totaal 280 handelingen is een Van Bommel-schoen pas klaar. Borden boven de werktafels herinneren aan het belang van kwaliteitswerk: Denkt aan de dag van morgen, door mooi werk minder zorgen en Vakmanschap vestigde ons merk, handhaaft dit door keurig werk.
“Mijn grootvader sprak ooit de werkvloer toe in een crisistijd. Hij zei: Dit zijn zware tijden. Moeten we een product van lagere kwaliteit maken om te overleven? Nee! Daarmee zou al het werk van de voorgaande generaties teniet worden gedaan. Deze mentaliteit heeft ons door moeilijke tijden heen geholpen, inclusief de recente coronapandemie. De retail ging dicht, maar we hielden vertrouwen en bleven vasthouden aan onze kernwaarden. Dan kijk je dus letterlijk wie je bent, waar je vandaan komt en dat bewaak je voor de toekomst.”
Het bedrijf paste zich steeds aan de veranderende markten aan. Zoals de overgang van pure wholesale naar een mix van eigen retail, e-commerce en partnerships met platforms zoals Zalando en Omoda. Pepijn legt uit dat deze transitie essentieel was voor de toekomst van het bedrijf: “Met alleen wholesale kun je niet overleven anno 2024.”